Nederland Wijnland?

Boekrecensies voor de Wijnliefhebber

“Holländische wein das kann nichts sein.” Deze legendarische uitspraak kreeg Stan Beurskens, de Johan Cruijff van de Nederlandse wijnbouw, ooit naar zijn hoofd geslingerd. Maar is Nederland werkelijk een wijnland in opkomst, dat zich straks kan meten met grootheden als Frankrijk, Italië en Duitsland? Om die vraag te beantwoorden, heb ik vier boeken over Nederlandse wijnen gelezen, elk met een uniek perspectief: historisch, gastronomisch en geologisch. Lees, kijk en vergelijk.

Bouquet garni: Nederland Nieuw Wijnland (2009)

Nederland Nieuw Wijnland voorspelde al in 2009 een “veelbelovende toekomst” voor de Nederlandse wijnbouw en wijntoerisme. Het boek van Cila van der Endt belicht druivenrassen in de Limburgse heuvels, Zeeuwse polders en de zanderige Achterhoek, en biedt een overzicht van kleine en grote wijngaarden.

Hoewel de proefnotities van Thérèse Boer en Astrid Joosten naar mijn smaak wat beknopt zijn, maakt het boek dit ruimschoots goed met een ‘bouquet garni’ aan gerechten van culinaire tovenaars als Henk Savelberg en Sergio Herman. Fotograaf David Lindsey heeft deze recepten prachtig vastgelegd. De gerechten zijn wellicht wat hooggegrepen voor de thuiskok, maar ze dienen een hoger doel: ze tillen de Nederlandse wijnen naar een gastronomisch niveau.


Terroirist: Wijn van Nederlandse bodem (2015)

In dit degelijke boek, met een sappig voorwoord van Harold Hamersma, duikt een team van makers, waaronder wijnschrijver Gert-Jan Vis en wijnmaker Stan Beurskens, in de invloed van de Nederlandse bodem. Ze ontkrachten al snel de mythe dat je mineraliteit als smaakvertegenwoordiger van de bodem kunt terugproeven in de wijn.

Door middel van kleurrijke infographics wordt de geologische opbouw van Nederland (kalk, klei, zand) inzichtelijk gemaakt. De conclusie is verrassend: de geologie heeft geen directe invloed op de smaak van de wijn. Belangrijker zijn de ligging van de wijngaard, het aantal zonuren en het moment van oogsten. Meer onderzoek is nodig, zo luidt de conclusie.


Potpourri: Wijn van eigen bodem (2015)

Mariëlla Beukers en Irene de Vette spelen met dit boek in op de trend van lokaal eten en drinken. Historica Mariëlla geeft een inleiding in de geschiedenis van de wijnbouw in de lage landen. Daarna is het onvermijdelijke, verplichte nummer aan de beurt: wijnmakers aan het woord, met onder anderen Stan Beurskens en Jules Nijst. Bonus: praktische toeristische tips!

Het geheel wordt afgewisseld met foto’s van lokale gerechten, van Zeeuwse mosselen tot Texelse kazen. Topsommelier Edwin Raben en gastvrouw Jacqueline van Liere geven hun mening over het Nederlandse druivensap. En voor wie nog niet is overtuigd, is er een Do-It-Yourself hoofdstuk voor de beginnende wijnboer.


Méthode Charmante: Wijn & Spijs uit NL (2018)

Koen van der Plas, oud-sommelier van driesterrenrestaurant Inter Scaldes en meervoudig prijswinnaar, is de drijvende kracht achter dit eigentijdse boek. Koen wordt in dit wijn-spijs-bijbel ondersteund door journalist Etienne Verhoeff en fotograaf Maaike Petri. Zijn introductie toont een sympathieke, down-to-earth verhalenverteller.

Koen is verrast door het niveau van de lokale wijnen en geeft bij elk interview een eerlijke proefnotitie. Zijn doel is niet zomaar terraswijntjes te vinden, maar volwassen, gastronomisch inzetbare wijnen. De jonge sommelier is het meest gecharmeerd van Limburgse wijnen en vindt dat de monocépages nog de gelaagdheid missen voor sterrenniveau. Met dit boek geeft hij niet alleen zijn eigen visitekaartje af, maar ook dat van de Nederlandse wijnen.


Bron: AiméVin eigen collectie boeken

Premier Cru

Na het doornemen van deze vier boeken kan ik concluderen dat de Nederlandse wijnbouw de experimentele fase bijna voorbij is. De succesformule is vaak een combinatie van wijntoerisme en een B&B. De klimaatverandering heeft de druiven het extra zetje gegeven dat ze nodig hadden, en de keuze voor hybride druivenrassen en verbeterde kennis (met dank aan Stan!) hebben ervoor gezorgd dat de Nederlandse wijn de wijnkaart van menig sterrenrestaurant siert.

De wijnen zijn momenteel het best vergelijkbaar met die uit Duitse en Luxemburgse koelklimaatgebieden, met soms een zeldzame uitschieter richting Bourgogne-stijl. Wijnbouw in combinatie met toerisme zou zelfs een oplossing kunnen zijn voor de identiteitscrisis waar de Nederlandse boer mee kampt.

Dankzij deze boeken wordt de consument geïnspireerd om vaker voor een lokale wijn te kiezen. Laten we hopen dat de Nederlandse wijn een geheel eigen, nuchtere identiteit ontwikkelt, zonder een valse kopie van buitenlandse topwijnen te zijn. Zullen de Nederlandse wijnen binnen nu en een paar jaar een vaste plek veroveren in de Europa League?