Bordeaux. De grootste wijnhaven van Frankrijk was al in de Romeinse tijd beroemd. Dat staat in de Larousse wijnencyclopedie. Een verkenningstocht naar het Franse wijnmekka stond dan ook hoog op mijn verlanglijstje. Sinds 2016 is er bovendien het opvallende architectonische wijnmuseum, de “Cité du Vin”, geopend aan de oever van de Garonne. Kortom, een ‘must-see and taste’ voor iedere wijnliefhebber.
Mijn reisprogramma omvat de linkeroever, de rechteroever én het gebied Graves en Sauternes, ten zuiden van de stad Bordeaux. Dit eerste deel duikt de Médoc in, terwijl deel twee de rechteroever en een bezoek aan de Cité du Vin beschrijft. On y va!

De getemde druivenstok
Via vage industrieterreinen rondom Bordeaux, ontelbare rotondes en een megalomaan voetbalstadion (Hup FC Girondins de Bordeaux) rijden we richting de linkeroever van de rivier de Gironde, naar de Médoc. Het is begin augustus en de zomer is in volle gang.
De linkeroever is geografisch een geïsoleerd gebied, en dat merk je. Op planeet Médoc is bijna alles gesloten en er is geen mens op straat. Wat je wel ziet, zijn eindeloze wijngaarden vol heldergroene druivenstokken, op voornamelijk kiezelgrond, zo ver het oog reikt.


Supermarkt en Dynasty
De beroemde wijndomeinen in de Haut-Médoc zijn speeltjes geworden voor multinationals en andere vermogenden die uitgekeken zijn op hun Ferrari’s. Zo ook het smaakvol ingerichte wijnkasteel Château du Tertre in de Margaux, dat in 1997 werd gekocht door de Nederlander Eric Albada Jagersma. Jagersma, die welvarend werd met het uitbaten van een supermarktketen, investeerde flink in het bedrijf. Helaas overleed hij in 2018, maar het kasteel en het bijbehorende landgoed zijn nog steeds in handen van zijn familie.
Tachtig hectare heldergroene druivenstokken staan strak in het gelid en salueren ons als we het landgoed van Château du Tertre oprijden. We hebben een rondleiding en een kleine proeverij gereserveerd. De tune van de jaren ’80-serie ‘Dynasty’ zit in mijn hoofd als we de oprijlaan oprijden. Onze gids is een vriendelijke dame die Nederlands spreekt met een charmant Frans accent. Ze leidt ons overal rond – in, om en onder het kasteel, langs de wijngaarden – om uiteindelijk te eindigen met een kleine proeverij van drie rode wijnen binnen in het sfeervolle château. Pas mal!

IJspaleis en Versailles
Na du Tertre rijden we verder naar Château Margaux. Wederom zien we druivenstokken die als gedisciplineerde soldaten in rijen staan opgesteld. Aangekomen bij het spierwitte, neo-classicistische ijspaleis, dat zich verschuilt achter een hoog hekwerk. Een oprijlaan van hagelwitte kiezels leidt naar het Disney-achtige kasteel.
De wijnen uit de Margaux-streek zijn, in tegenstelling tot de koele schoonheid van het wijndomein, de zachtste qua stijl van de Haut-Médoc. Dit bracht de wijn wereldfaam en bekoorde beroemde mensen zoals Thomas Jefferson, die niet alleen door de wijnen geïnspireerd werd, maar ook door de Palladiaanse bouwstijl van het château. Die stijl paste hij later toe op zijn eigen landgoed Monticello.



Hierna volgt een bezoek aan Château Maucaillou in Moulis-Médoc. Dit ligt tussen Margaux en Saint-Julien en levert wijnen die qua stijl en prijs toegankelijker zijn dan de befaamde Margaux. Dat geldt ook voor de wijnboutique van Maucaillou.
De volgende stop is Château Beychevelle in Saint-Julien, een schitterend landgoed met een Versailles-achtige allure. Beychevelle is verbasterd van ‘Baisse-Voile’, wat ‘de zeilen laten zakken’ betekent. Vanaf het bordes heb je zicht op de Gironde. Alle schepen die hier ooit voorbij vaarden, lieten de zeilen zakken als een saluut aan de machtige Hertog van het kasteel. De schepen die nu langsvaren laten de zeilen neer voor de Japanse multinational Suntory.

Centjes en l’Art pour l’Art
We rijden noordelijker, richting Pauillac. Hoe noordelijker in de Médoc, hoe meer klei en zand en hoe minder kiezel in de ondergrond. Het statige Château Pichon Longueville de Baron staat hier op ons te wachten. Een negentiende-eeuws sprookjeskasteel dat na de dood van Baron Pichon werd verdeeld onder zijn nazaten. Het resultaat: twee zonen gingen een stoere, mannelijke wijnstijl maken (Pichon-Baron) en drie dochters een meer vrouwelijke, flamboyante stijl (Pichon-Lalande). Tegenwoordig steekt de AXA-verzekeringsgroep zijn centjes in het wijndomein.

Next stop: Mouton-Rothschild, op de grens van Pauillac en Saint-Estephe. Ook Mouton-Rothschild heeft weer de afstandelijke, koele Palladio-stijl. Baron Philippe de Rothschild had niet alleen een neus voor architectuur, maar ook gevoel voor marketing. Hij bedacht dat beroemde kunstenaars, zoals Chagall en Picasso, de etiketten konden opsieren van zijn wijnen. Dat was behoorlijk vernieuwend in de conservatieve Franse wijnwereld van de vroege 20e eeuw. De baron had ook een neus voor innovatieve wijnmaaktechnieken. Kortom, een bepalende figuur voor de Franse wijnwereld, en medeverantwoordelijk voor de wereldfaam die de Bordeaux nog steeds bezit.


Roemrijk
De Rothschild-wijnen worden gedomineerd door de cabernet sauvignon, die heer en meester is aan de linkeroever en goed gedijt op arme kiezelgrond. Samen met de typische Bordeaux-druiven cabernet franc, merlot en een klein aandeel petit verdot bepalen zij de stijl van de Haut-Médoc-wijnen.
Door klimaatverandering wordt men gedwongen andere druiven (carménere, tannat) aan te planten die beter opgewassen zijn tegen de warmte. Bordeaux ontkomt ook niet aan de verandering van klimaat en de wensen van de moderne consument. Je kunt niet eeuwig blijven teren op het roemrijke verleden in de marmeren paleizen met gouden kranen. De richting van de wind kun je niet veranderen, wel de stand van je zeilen.
Volgend blog beschrijf ik een bezoek aan de Cité du Vin in Bordeaux, de rechteroever met Saint-Émilion en Pomerol, en de gebieden Graves en Sauternes. De Haut-Médoc was al een onvergetelijk begin!



