Lourdes van de Limburgse Wijn: Domaine Backerbosch
Op een mooie zonnige dag in juni rijden we de Keerderberg omhoog via de Rijksweg, de poort naar het Limburgse heuvelland. Halverwege de helling, aan de linkerkant, lag ooit een Romeinse villa met uitzicht op het dal van de Maas en de stad Maastricht.
Op de fundamenten van deze Villa Urbana wortelen de druivenstokken van wijngaard Domaine Backerbosch zich in de löss en leem en daaronder een laag kalk, op zoek naar Limburgs wijwater.
Ten tijde van de aanleg van een golfbaan, naast de wijngaard, zo’n twintig jaar geleden, werd de fundering van een Romeinse villa blootgelegd. Werktuigen werden aangetroffen die een bewijs lijken te zijn dat er in deze periode gewassen werden verbouwd. De antieke voorwerpen bevinden zich in de collectie van het Rijksmuseum voor oudheden te Leiden.
Betekenen deze vondsten dan ook dat we ons bevinden in de oudste wijngaard van Nederland?
We parkeren de auto bij wijnwinkel Sauter en lopen zo vanaf de parkeerplek de wijngaard in.
Ik heb een afspraak met Jean Muytjens, de keldermeester van Domaine Backerbosch. Jean gaat me bijpraten over het onder andere het werk in de wijngaard en laat dat meteen ook zien.
“Het is veel handwerk zoals het uitdunnen van de bladeren en snoeien, de wind moet er namelijk goed doorheen kunnen blazen zodat schimmels geen kans krijgen. De zomersnoei kan de hele zomer door zodat teveel bladeren en takken weggehaald kunnen worden.”
“Trosjes worden ook uitgedund want dat komt de concentratie van het sap ten goede. De snoeitakken worden verhakseld en hergebruikt als compost’’.
Ik vraag wat men doet met het onkruid. ‘’Dat halen we één keer per jaar weg’’ zegt Jean, ‘’de zon warmt namelijk de kale, onkruidvrije grond op. Het scheelt soms 10 graden met het gras ernaast. Het is als een accu, overdag laadt deze zich op met warmte en ‘s nachts wordt deze warmte weer afgegeven. Dat komt de rijping ten goede. Vandaar dat we het onkruid tussen de stokken weghalen’’.
Nog een reden voor Jean om het ongewenste groen weg te halen: er kan meeldauw in zitten en daar moet je heel vaak tegen spuiten. “Je kunt dat allemaal wel kapot spuiten maar dat doen we nu ook weer niet. We zaaien een bloemenmengsel in rond de wijngaard om de bijen wat te helpen. Dat zorgt voor het evenwicht in de wijngaard’’.
We lopen naar de heuvel, via een paadje omhoog, zodat we boven de wijngaard staan en kunnen genieten van een fantastisch uitzicht over het Maasdal. Er staan hier op deze heuvel een aantal kapelletjes gemaakt van mergel. Dat noemt men een kruisgang. De twaalf kapellen vallen onder monumentenzorg net als het landgoed met het klooster waar nog vijf paters wonen.
”Eén gang vanuit het klooster komt uit in het pand van Sauter Wijnen, zegt Jean met een knipoog, “ voorheen Caves Cadier. De Samos-wijn die in alle kerken werd afgeleverd werd hier ook afgevuld” Jean denkt dat in die kelders zich heel wat heeft afgespeeld.
“Paters waren wereldreizigers en namen druivenstokken mee naar deze regio waarmee ze onder andere deze wijngaard hebben aangelegd”.
Vijf jaren is Jean bezig geweest om de oude vrome druivenstokken nieuw leven in te blazen. Maar het had weinig zin en ze hebben deze druivenstokken uiteindelijk maar gerooid en verbrand.
We wandelen richting Mariakapel. “Een avond zijn we op de rots van de kapel geklommen en hebben het beeld in de richting van de wijngaard gezet”. Maria keek richting klooster en Jean heeft Maria naar rechts gedraaid naar de kant van de wijngaard.
Is dat geen heiligschennis meneer Muytjens?Jean is nogal praktisch ingesteld ”Sindsdien hebben we geen last meer van vorst en hagel. Het is écht waar!” vertelt hij serieus ”twee jaar geleden lag in het aangrenzende weiland twee centimeter dik de hagel en hier in de wijngaard helemaal niets. Kan geen toeval zijn´.
Er vliegt ook wel eens een golfbal de verkeerde kant op richting wijngaard. De keuze voor houten palen als geleidingssysteem heeft men uit noodzaak moeten maken in verband met de rondvliegende golfballen. De witte plastic golfbal ketste namelijk af op metalen palen. ‘’We hebben inmiddels ook weer metalen palen als geleidingssysteem maar die zijn zo opgesteld dat ze golfproof zijn’’.
Jean spreekt wel eens met enkele golfers.”Wat zijn dat eigenlijk? Peren? en wijzen dan naar de wijngaard. “Hoe is het mogelijk!”. Jean hoofdschuddend. Maar er zijn ook golfers die een praatje maken en écht geïnteresseerd zijn”.
Naast af en toe een verdwaalde golfbal hebben ze ook wel eens last van dassenvraat. Vijftig kilo wordt er in totaal door de hongerige dassen opgegeten. Ze eten ook allerlei slakken en andere dieren op. Maar die vijftig kilo is verwaarloosbaar op de vierduizend kilo en soms zesduizend kilo opbrengst. ‘’De das moet toch óók eten’’.
Welke druivenrassen zijn er zoal aangeplant zo’n twintig jaren geleden?
‘’Op de 1,2 hectare staan onder andere de druivenrassen ‘Helios’ (volgens Jean: ‘spritzig’ zuur en weinig zoet), ‘Solaris’ (heel zoet, weinig zuur). Die twee vullen elkaar goed aan in een blend. Verder staat het druivenras ‘Bianca’ aangeplant waar we een Prosecco en een heerlijke Eiswein van maken. En voor de rode wijn gebruiken we de Regentsberger, een mooie druif maar helaas hebben we wel last van de Suzuki-vlieg, die vooral van rode druiven houdt.
We sluiten ons bezoek af met koffie en zelfgemaakte rabarbervlaai van wijnpater en smakelijke verhalenverteller Jean, die volgens mij nog lang niet uitgepraat is over ‘zijn’ Domaine Backerbosch.
Na het afscheid rijden we de Keerderberg af richting Maasdal, met in de achteruitkijkspiegel een verdwijnende Maria die waakt over rondvliegende golfballen, een vraatzuchtige das en druiven die groeien op een bodem met een Romeins verleden. Volgens Jean is Backerbosch dan ook ‘de oudste wijngaard van Nederland’.
zie ook www.domainebackerbosch.nl en en www.sauter.nl
Ook de moeite waard om te bezoeken is www.heerderberg.nl dat aan de overkant van de wijngaard ligt aan de Rijksweg.
klik op deze link voor de Romeinse vondsten www.rmo.nl